De Doop

Werkelijk een prachtdag, de dag van de doop van “onze” Egmonder pinck.

’s Morgens omstreeks 8 uur verzamelde zich de bouwploeg en begonnen we met een bak koffie. Na de koffie werd de pinck naar buiten gereden, extra geschoord en alles in gereedheid gebracht om de mast te kunnen opzetten.

De KNRM was wederom een goede buur. Om alle genodigden te kunnen ontvangen is het boothuis ons kosteloos ter beschikking gesteld. De reddingboot werd naar buiten gereden, gezamenlijk werd alles aangeveegd en verder ingericht. Buiten de bouwplaats werden sponsorvlaggen gehesen en wat later arriveerde een telekraan van de fa. Winder, Limmen. Hierin werden aan een lange lijn de nationale vlag, de provincievlag, de gemeentevlag en vlaggen van de belangrijkste sponsoren gehangen. Door Hotel Zuiderduin werden stoelen, kopjes en glazen beschikbaar gesteld.

In de regionale pers is regelmatig gezegd dat het pinckproject breed wordt gedragen door de Egmondse bevolking. Dit is zonder meer op deze dag gebleken. Vanuit de plaatselijke horecabedrijven is ontzettend veel medewerking ondervonden.

De mast

Om 12 uur ’s middags was het opzetten van de mast gepland. Het geheel werd voorafgaan door muziek en zang van de 5 man sterke zanggroep “de mallote Matrozen”. Op verzoek van RTV Noord Holland werd de ceremonie 10 minuten opgeschoven zodat het live op de radio te horen was.

De drie kleindochters van de Egmondse ondernemer E. Kraakman legden een munt onder in de mastkoker, waarna de mastvoet in de koker werd geplaatst en de mast met vereende krachten omhoog werd getrokken. De drie meisjes kregen een T-shirt aangeboden met een foto van de pinck erop. Hierna speelden “de mallote Matrozen” nog enige nummers. Overgebleven ruimtes in tijdsplanning werden ingevuld door het accordeonduo Ger en Ab.

De doop

Rond half twee arriveerden de eerste genodigden. Het waren twee broers, in rechte lijn nazaten van het roemruchte redersgeslacht Planteijdt. Hun voorvaderen waren in het Egmondse visserijleven al actief in dezelfde periode als de pinck.

Tijdens het binnenkomen van de gasten werd er gezongen door het shantykoor de “Z�aln�elden.” Nadat alle genodigden binnen waren, sprak Kees Zwart een welkomstwoord en kondigde de sprekers aan.

Als eerste sprak dhr. J. Apeldoorn, voorzitter van het Museum van Egmond. Hij sprak zijn waardering uit richting alle vrijwilligers en sponsors, die het mogelijk hebben gemaakt om de pinck te bouwen.

Mevr. Kruisinga, met voorheen het toerisme in haar portefeuille en tegenwoordig o.a. waterbeheer, vond het een eer om voor het eerst in haar leven een schip te dopen. Zij had niet eerder gehoord van een schip met het typenaam pinck en hoopte dat het vaartuig gelukkig zou varen.

De burgemeester van Bergen, dhr. A. Ph. Hertog, had eerst de pinck eens bezocht en vooral de olie- en teergeur geroken. Hij noemde alle vrijwilligers in alle lagen van de bevolking de “smeerolie” van de maatschappij.

Als laatste sprak de Abt G. Mathijsen en gaf op geestige wijze in het kort de geschiedenis van Egmond aan Zee, de verplichting om iedere tiende vis aan de monniken te geven en de verdere verbondenheid met de St. Adelbertabdij weer.

Hierna ging het gezelschap naar buiten, waar Mevr. Kruisinga de naam “Claes Teunisz” onthulde en het schip een behouden vaart toewenste. Direct daarop liet zij de fles champagne op de boeg knallen, helaas moest dit nog drie maal herhaald worden voordat de fles uiteen spatte. De Z�aln�elden zongen hierna een speciaal voor deze gebeurtenis gecomponeerd lied.

Wie was Claes Teunisz?

Claes Teunisz, geboren ca 1635, was scheepstimmermanbaas en was een leeftijdsgenoot van Nicolaes Witsen, schrijver van een lijvig boekwerk (uitgegeven in 1671) over de toenmalige scheepsbouw, met daarin een beschrijving van de Egmonder pinck. Witsen had een buitenverblijf in Egmond aan den Hoef en heeft vrijwel zeker met Claes Teunisz gesproken.

Toentertijd werkte men zonder tekening en we mogen aannemen dat de in het boek genoemde maten door Claes Teunisz zijn verstrekt. Helaas overleed deze man na een ernstig ongeluk in 1670.

Tijdens het bouwen van de pinck hebben we enorme bewondering gekregen voor de scheepstimmerlieden van toen met hun beperkte middelen. Door de pinck te noemen naar deze Claes Teunisz willen wij alle scheeptimmerlui van toen eren.

Inwijding

Hierop werd de Pinck ingewijd. Tijdens het ruimschoots besprenkelen met wijwater door de Abt G. Mathijsen, werd een oud 19e eeuws inwijdingsgebed uitgesproken door Emeritus Mgr. T. Horstman, voormalig Oud Katholiek pastoor van Egmond aan Zee. Uit reacties van het bij de doop aanwezige publiek bleek dat de inwijdingsceremonie erg werd gewaardeerd.

Zegening van een nieuw schip te Egmond aan Zee 2007

HEER ONZE GOD

zie genadiglijk op onze smekingen
en zegen + met uw rechterhand
dit schip en allen die hiermee uitvaren
op de wijde wateren bedrijvig,
zegen hen gelijk Gij u gewaardigd hebt
de ark van Noach te zegenen en te bewaren
toen zij dreef in de zondvloed.
En mocht er plots opstaan een bruisende wind,
een orkaan de golven doen opslaan
-hemelhoog, tot de gronden omlaag-
en dreigt hun te ontzinken in dit noodweer de moed,
en zij roepen U aan in hun angst,
luister dan en spreek uw dwingend woord
tot wind en water
zoals Gij deed voor uw leerlingen op het meer.
Want tot U riepen zij in hun angst,
uit hun noden wees Gij hun eenweg.
Gij bedaarde de storm dat het stil werd:
de golven kwamen tot rust.
Bescherm zo ook nu uw dienaren
en weer van hen af
alle onheil en tegenspoed,
zegen hun handel en nering
en vergun hen een voorspoedige reis.
Breng hen te gerechter tijd veilig weer thuis,
zodat al uw kinderen blijdschap ervaren
omdat Gij hen bracht naar de haven der wensen.
Dan zullen allen U loven om uw goedheid,
om uw weldaden aan het mensengeslacht,
U verheffen in de bijeenkomst des volks,
heel Egmond zal U dan prijzen.
Eer zij de heerlijkheid Gods: Vader, Zoon en Heilige Geest.
Zo was het in den beginne, zo zij het thans en voor immer;
tot in de eeuwen der eeuwen. AMEN.

Het zegengebed citeert Psalm 107 en Marcus 4,35-40.

Mijn pet!

Hierna werd Mart Gul naar voren gehaald. Een aantal jaren geleden toen al het ruw gezaagde hout, nog duidelijk als boomstam te herkennen, lag opgeslagen in Egmond aan den Hoef, zei hij tegen Jan Sander: “Nou als jij hier een boot van weet te bouwen, dan vreet ik me pet op.”

Dit kon hij makkelijk zeggen want hij draagt nooit een pet, maar hierin was voorzien: er was een “eetbare” pet. Daar kon hij op deze dag dus aan beginnen. Tijdens de receptie was er voor hem en de andere genodigden voldoende te drinken om alles weg te spoelen. Ook nu werd er gezongen door de Z�aln�elden.

De receptie is ons aan geboden door de Egmondse horecabedrijven: ’t Winckeltje Noten en kaas, slijterij Meijer, Frans Wijker v/h Sunny Home, caf� de Werf, Willems vissuper, restaurant de Klok, restaurant de Zilte Zoen, Ondernemers Vereniging Eendracht en Horeca Vereniging Egmond. Verder worden alle aandeelhouders en andere sponsors heel erg bedankt. Zij hebben dit alles mogelijk gemaakt!

Nadat alles weer was opgeruimd werd er nog even een potje bier gedronken met de jongens van de KNRM. Daarna was de gehele bouwploeg, inclusief de dames, uitgenodigd voor een diner bij Italiaans restaurant Miramare te Egmond aan Zee.

Een prima afsluiting van een prachtige dag.