Terschelling

Nadat we op reddingbootdag 8 mei op verzoek van de plaatselijke commissie zee kozen, werd het een drijfpartij, er stond vrijwel geen wind. Rond 13.30 uur stonden we weer aan het strand en werd de “Claes Teunisz” weer op de wagen gehaald. De weken erna kwam het er om diverse redenen niet van om te varen.

Begin juni knapte het weer op en konden we de uitnodiging om naar Terschelling te komen honoreren. We waren uitgenodigd voor het tienjarig jubileum van de nautische vereniging Oude Redding Glorie. De week voor vertrek werd alles aan boord gebracht. Ook de nieuwe reddingvlotten vonden een plaats. Rekening houdend met het tij werd de datum en tijd van vertrek vastgesteld. Op vrijdag 4 juni om 6 uur ’s morgens ging de “Claes Teunisz” van de wagen af. Vanwege de N.O. wind werd alleen op de motor gevaren.

Ter hoogte van Petten werd de pinck opgelopen door de oude reddingboot Johanna Louisa uit IJmuiden en voeren samen verder richting Den Helder. (Dit was overigens van te voren gepland.)

Na een voorspoedig reis arriveerde de pinck om 15.00 uur in de haven van Terschelling. Om kwart over drie lag zij afgemeerd langszij de Johanna Louisa. In deze vloot van oude reddingboten lag ook “onze” President Steijn die van 1939 tot 1958 op Egmond als reddingboot was gestationeerd. Daar werden alle opvarenden van de binnenkomende reddingboten door de organisatie uitgenodigd om ’s avonds te eten in de eetzaal van het Maritiem Instituut Willem Barentsz. Er volgde na een aantal toespraken een uitstekend chinees buffet en werd het verdere programma bekend gemaakt.

Na het eten kwam de burgemeester van Terschelling een kijkje nemen bij de pinck. Hij toonde, samen met zijn vrouw, veel belangstelling.

De volgende dag was het van 10 tot 12 “open boot”, we lagen werkelijk fantastisch, langs de steiger als eerste schip van de te bezichtigen vloot. Er was veel belangstelling, als er door ons verteld werd dat de pinck een oud vissersschip is, was er vaak de reactie: “Ik wist niet dat Egmond een vissersplaats was, want ze hebben toch geen haven.” Reden voor ons om weer het een en ander uit te leggen.

Voor de middag was er een fietstocht gepland naar reddingstation paal 8. Naast een demonstratie van de snelle reddingboot “Frans Hogewind” was er een demonstratie van een roeireddingboot met paardentractie Alles is nog in de oefeningfase maar uiteindelijk wil men de boot zoals vroeger lanceren en roeiend door de branding gaan. Later op de dag werd een bezoek gebracht aan het wrakkenmuseum te Formerum. Een prachtdag.

Zondagochtend omstreeks 11 uur begonnen de eerste boten uit te varen voor de vlootschouw, die omstreeks 12.30 uur zou beginnen. Een mooi gezicht, al die reddingboten, oude sleepboten en jachten. En te midden van dit alles lagen wij met onze “Claes Teunisz”. Op de “blauwe slenk” werd de vloot geformeerd. Eerst de oude reddingboten, dan de pinck en achter ons de oude sleepboten en daar achter weer een twintig jachten. Al met al een vloot van ca. 80 schepen. Indrukwekkend.

Na de schouw gingen veel schepen op de thuishaven aan. De “Claes Teunisz” zocht de haven weer op, maar vertrok de volgende dag (maandag) om 5.15 uur richting Egmond. Hadden we de dagen naar en op Terschelling goed weer, op de terugweg was het een stuk minder. Op het wad werd een knobbelig zeetje uit het zuidwesten windkracht 4/5 ondervonden, veel buiswater. Gelukkig lag het dekzeil over het voorschip, dat scheelde veel. Eenmaal via Texel en het schulpengat werd omstreeks 13.30 uur de Noordzee bereikt.

Op de Noordzee werd het wat beter. Hogere golven, maar minder steil. Ter hoogte van Petten kwam de Johanna Louisa in zicht op weg naar IJmuiden. Na een “roepie” over de marifoon kwam zij even langs. Even later verlegde een in de buurt vissende kotter zijn koers een beetje en gaf bij wijze van groet twee stoten op de fluit. Om 5 uur maandagmiddag stond de “Claes Teunisz” weer op het strand. Een ieder was zeer enthousiast.